Bekkenpijn en bekkeninstabiliteit

Bekkenpijn en bekkeninstabiliteit

Ilona Niessen

Bekkenpijn tijdens zwangerschap of zelfs bekkeninstabiliteit, ongeveer 40% van de vrouwen heeft hier tijdens of na hun zwangerschap last van. Waardoor ontstaat bekkenpijn of -instabiliteit? Welke klachten horen hierbij en wat kun je doen om deze klachten te verminderen?

Bouw van het bekken

Het bekken is opgebouwd uit het heiligbeen (rugzijde), darmbeen (beide zijkanten) en schaambeen (voorzijde onderin de buik). Het heiligbeen vormt daarmee het onderste deel van de wervelkolom. Deze botten worden onderling verbonden door gewrichten en gewrichtsbanden. Het heiligbeen is aan de achterzijde verbonden met het darmbeen door sacro-iliacale gewrichten, vaak genoemd als de SI-gewrichten. Deze gewrichten zitten bij de twee kleine kuiltjes aan beide kanten van de wervelkolom onder in de rug. Het schaambeen is aan de voorzijde verbonden met het darmbeen door de symfyse. Zowel de SI-gewrichten als de symfyse bestaan uit kraakbeen. Rond deze verbindingen van kraakbeen zijn elastische banden en kapsels om deze te verstevigen.

Oorzaak bekkenpijn tijdens zwangerschap

Tijdens de zwangerschap worden de verbindingen van kraakbeen soepeler en rekbaarder in voorbereiding op de bevalling. Het bekken moet bij een natuurlijk bevalling namelijk niet te star zijn. Door zwangerschapshormonen worden de verbindingen elastisch. Dit kan gepaard gaan met pijnklachten. In dat geval is de beweeglijkheid van de bekkengewrichten te groot geworden en raken deze overbelast. Pijn als gevolg van het soepeler worden van het kraakbeen wordt bekkenpijn of bekkeninstabiliteit genoemd. Bij extreme pijnklachten wordt de benaming symfysiolyse gebruikt.

Klachten tijdens of na de zwangerschap

Het proces van het soepeler en rekbaarder worden van de verbindingen in het bekken begint meestal rond de 20ste week van de zwangerschap. Vanaf dat moment kunnen diverse bekkenklachten optreden. Naast het elastischer worden van de verbindingen spelen ook een toenemende belasting door het groter worden van de baarmoeder en een andere lichaamshouding tijdens de zwangerschap een rol bij het optreden van bekkenklachten. Bij een tweede of latere zwangerschap kunnen de bekkenklachten eerder optreden dan rond de 20ste week van de zwangerschap. Dit komt omdat de versoepeling van de verbindingen in het bekken sneller verloopt.

Na de bevalling ben je niet gelijk van de bekkenklachten af. Het volledige herstel van het bekken kan een half jaar tot een jaar duren. In uitzonderlijke gevallen treedt er geen of maar een gedeeltelijk herstel op.

Het kan zijn dat de bekkenklachten niet tijdens maar juist na de bevalling optreden. Soms direct na de bevalling, maar dit kan ook een paar dagen tot een paar weken duren. De banden zijn dan te ver opgerekt bij de bevalling.

Veel voorkomende klachten

Bekkenpijn of bekkeninstabiliteit kan gepaard gaan met verschillende klachten.

  • Pijn aan de voorkant van het bekken, op of rond het schaambeen.
  • Pijn in de onderrug ter hoogte van de twee kuiltjes bij de SI-gewrichten
  • Pijn rond de stuit, het laagste puntje van de wervelkolom
  • Pijn bij het starten van een beweging, zoals opstaan of traplopen. Dit wordt ook wel ‘startpijn’ genoemd.

Pijn en vermoeidheid gaan hand in hand

Bij bekkenklachten gaan pijn en vermoeidheid hand in hand. Dit betekent dat bij vermoeidheid de klachten verergeren. Daarom herstel je ook minder snel van vermoeidheid. Je lichaam moet namelijk ook energie steken in het verminderen van de bekkenklachten. Jij blijft dus langer moe en houdt daardoor ook langer last van de klachten.

Tips om je bekkenklachten te verminderen

Bespreek je klachten met je verloskundige of gynaecoloog. Als je last hebt van bekkenklachten krijg je van hem of haar adviezen om je klachten te verminderen.

In het algemeen kun je onderstaande maatregelen nemen om te zorgen dat de klachten niet verergeren.

  • Zitten: Als zitten een probleem wordt en geen enkel stoel meer lekker lijkt te zitten, probeer dan verschillende stoelen uit om te zien waar je het beste in zit. Vermijd langdurig stilzitten en zitten met een holle rug.
  • Staan: Vermijd langdurige stilstaan. Is dit niet mogelijk, wissel dan regelmatig van houding. Zorg dat je je gewicht goed over beide benen spreidt.
  • Traplopen: Probeer een manier te vinden waarin je prettig trap loopt. Naar beneden kan ook achteruitlopend of zittend.
  • Vrijen: Kies voor een standje waarbij zo min mogelijk gewicht op je bekken en benen komt te staan. De zijligging of op handen en knieën kan plezierig zijn.

Delen