Zorgstandaard Integrale Geboortezorg vastgesteld
Ilona Niessen
Op 28 juni jl. is door Zorginstituut Nederland de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg vastgesteld, zo is gisteren bekend gemaakt. Daarmee is het ook in het Kwaliteitsregister opgenomen. Het zorgstandaard is een richtlijn die de kwaliteit van de geboortezorg moet handhaven.
Inhoud zorgstandaard
Het nieuwe Zorgstandaard Integrale Geboortezorg verplicht gynaecologen, verloskundigen en andere zorgverleners tot meer en intensievere samenwerking bij iedere zwangerschap. Alhoewel veel zorgverleners al intensiever samenwerken en zich bewust zijn van de noodzaak hiervan, vrees men ook voor onnodige medicalisering van zwangerschappen.
In de richtlijn staat dat iedere zwangere tijdens de zwangerschap een ‘coördinerend zorgverlener’ krijgt toegewezen. Deze persoon is gedurende de gehele zwangerschap het aanspreekpunt. Hij of zij stelt een zogenoemd ‘individueel geboortezorgplan’ op. Hierin worden aspecten vastgelegd die in begeleiding en zorg belangrijk zijn, zoals risico’s en de verdeling van verantwoordelijkheden tussen zorgverleners. Het plan blijft eigendom van de zwangere, maar alle betrokken zorgverleners kunnen het raadplegen.
Babysterfte
De nieuwe zorgstandaard en daarmee de verplichting tot intensievere samenwerking tussen betrokken partijen, heeft tot doel de babysterfte in Nederland nog verder omlaag te brengen. In vergelijking met andere Europese landen scoort Nederland ongunstig op geboorte sterftecijfers (perinatale sterftecijfers). Ook binnen Nederland zijn er grote verschillen te zien. In de ene regio en wijk komen vaker ongunstige zwangerschapsuitkomsten voor dan in andere. In Nederland bevallen relatief veel vrouwen thuis. Een intensievere samenwerking zal leiden tot snellere handelingen tussen betrokken partijen, waardoor de babysterfte zou moeten afnemen.
Totstandkoming zorgstandaard
In 2014 heeft het College Perinatale Zorg (CPZ) een expertgroep ingesteld die met betrokken partijen heeft gewerkt aan een nieuw Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. Hier is tussen 2014 en 2016 aan gewerkt. Omdat betrokken partijen niet tot overeenstemming konden komen over de definitieve versie, heeft Zorginstituut Nederland in april 2016 de regie over de totstandkoming van de standaard overgenomen en zijn doorzettingsmacht ingezet. Een expertcommissie van de Adviescommissie Kwaliteit (ACK), adviesorgaan van het Zorginstituut, heeft de zorgstandaard aangepast. In samenspraak met de CPZ en betrokken partijen geleid tot een definitieve versie. Deze is op 28 juni jl. vastgesteld en in het Kwaliteitsregister opgenomen.